Aangezien het voor de overheid ondoenlijk is de waarde voor alle huizen afzonderlijk te bepalen, hanteert uw gemeente de zogenaamde referentieclausule. Hierin wordt bepaald dat de overheid een woning in uw buurt mag taxeren, die als uitgangswaarde mag dienen voor alle gelijkwaardige huizen in diezelfde buurt. Dit kan nog wel eens tot scheeftrekkende waardeconclusies leiden.
Bij uw gemeente kunt u opvragen welk pand als referentie voor uw WOZ-waarde heeft gediend.

Deze woning, waarvan de gemeente u de globale taxatieparameters kan verstrekken, kunt u vegelijken met uw eigen woning.
Indien u vermoed dat deze taxatieparameters te ver afwijken van uw eigen onroerend goed. U kunt dan bezwaar aantekenen, tegen de u opgelegde WOZ-aanslag, vooropgesteld natuurlijk dat uw onroerendgoed een duidelijk lagere waarde heeft dan het referentiepand. Bezwaar aantekenen heeft geen zin als het waardeverschil minder is dan 5000,– euro. Pas vanaf 10.000 euro kan het u mogelijk pas kostenbesparing opleveren.

Wij zeggen “kan” want ook de hoogte van de aanslag bepaalt of het kostenbesparing oplevert. Algemeen kan men stellen, hoe hoger de aanslag, en hoe hoger het verschil, hoe sneller het besparend kan werken. Het kan gebeuren dat u een hertaxatie voor de WOZ via ons wilt laten verzorgen, en dat daarbij blijkt dat wij ook de WOZ taxatie voor uw gemeente/woonplaats hebben gedaan. Dan kunt u zich voorstellen dat wij deze opdracht van u niet kunnen aannemen.
U kunt via het contact formulier vrijblijvend meer informatie opvragen.

WOZ voor overheidslichamen.

Voor gemeenten doen wij ook projectmatige en/of contra-expertise in WOZ taxaties.
U kunt via het contact formulier vrijblijvend meer informatie opvragen.